WWZ ontslagroutes... de pro forma ontbindingsprocedure is veel minder eenvoudig sinds de invoering van de WWZ

Door: Michal van Dantzig 12-8-2015

Categorieën
:
Archief,

WinWinWerkt heeft Bert Lassche van Lassche & van Zutphen gevraagd een informerend artikel te schrijven over de WWZ en dan een onderwerp waar minder over bekend is bij werkgevers.

Dit artikel gaat over de 4e ontslagroute 'de proforma ontbindingsprocedure'. Lees vooral het advies onderaan het artikel.

Heeft u een dergelijke situatie aan de hand? Vraag dan een persoonlijk maatwerk advies aan Bert Lassche.

WWZ ontslagroutes... de pro forma ontbindingsprocedure is veel minder eenvoudig sinds de invoering van de WWZ

Door Bert Lassche, 12 augustus 2015

Dit artikel sluit aan op het op eerder gepubliceerde artikel door WinWinWerkt. Het belang van het secuur bijhouden van personeelsdossiers met daarin goed genotuleerde functionerings- en beoordelingsgesprekken is door WinWinWerkt helder uiteengezet. Datzelfde geldt voor de tips omtrent hoe te handelen als werkgever. Lees meer… Wet Werk en Zekerheid 1... het belang van functionerings- en beoordelingsgesprekken.

WinWinWerkt heeft al gewezen op de twee ontslagroutes, UWV (1) en kantonrechter(2). Daarnaast blijft bestaan de vaststellings-(beëindigings-)overeenkomst (3). Naast deze mogelijkheden bestaat nog immer de zogenaamde proforma ontbindingsprocedure(4).

De proforma ontbindingsprocedure wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt als een werknemer arbeidsongeschikt is. Er is dan een opzegverbod, maar de kantonrechter kan niettemin ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 6 BW als het verzoek geen verband houdt met die arbeidsongeschiktheid maar met een verschil van inzicht tussen partijen. Vaak hebben partijen in zo’n pro forma procedure afspraken gemaakt en willen zij een beschikking van de kantonrechter waarin die afspraken worden bekrachtigd. Ook dat is onder de huidige WWZ niet langer mogelijk op de eenvoudige wijze als voor 1 juli 2015.

Uitspraken rechtbank Rotterdam 31 juli 2015 en Overijssel 30 juli 2015

Uit de uitspraken van de rechtbank Rotterdam van 31 juli 2015 en de rechtbank Overijssel van 30 juli 2015 blijkt dat de kantonrechter in een pro forma procedure niet meer direct kan aansluiten bij de wil van partijen. De kantonrechter in Overijssel werd ontbinding gevraagd van de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2016 met een bepaalde vergoeding. De kantonrechter Rotterdam werd gevraagd te ontbinden per 1 november 2015, ook met een bepaalde vergoeding. Beide vergoedingen waren niet de recent in de wet ingevoerde transitievergoeding.

In de uitspraak van de kantonrechter Overijssel (Almelo) geeft de kantonrechter aan dat nu partijen het eens zijn over het verstoord zijn van de arbeidsverhouding en herplaatsing niet mogelijk zal zijn, de kantonrechter in beginsel kan ontbinden.


Om deze twee belangrijke punten met partijen te bespreken heeft de kantonrechter bij tussenvonnis een mondelinge behandeling gepland. De einduitspraak is nog niet bekend.

Soortgelijk rechtbank Rotterdam. Anders dan in Overijssel was de ontbindingsdatum hier geen punt omdat die in overeenstemming met de opzegtermijn en de procedureduur was; een vergoeding waarover partijen het volledig eens waren werd niet als billijke vergoeding toegekend. In deze zaak heeft de kantonrechter dat opgelost door bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tegen de gevraagde datum 1 november 2015 te vermelden “te verstaan dat er een vergoeding wordt betaald van een bepaald bedrag waarin de wettelijke transitievergoeding geacht wordt te zijn begrepen”. Een mooie oplossing. Dat gedeelte is echter niet een te executeren aspect zodat, mocht de vergoeding niet voldaan worden, daarvoor weer een incassoprocedure nodig zou zijn.

De jurisprudentie toont aan dat kantonrechters veel meer dan voorheen beperkt worden door dwingend rechterlijke bepalingen, maar ook dat gekeken wordt hoe gehandeld kan worden. Rotterdam heeft wat mij betreft een voortouw genomen en, zonder de inhoudelijke kant van de zaak Almelo te kennen, ga ik ervan uit dat partijen aldaar mogelijk een nader verzoek op een zodanige datum zullen indienen dat de ontbindingsdatum gehaald kan worden. Wellicht daarnaast nog een vaststellingsovereenkomst met daarin de vergoeding. 

Advies inzake pro forma procedure

Mijn advies is om als een zogenaamde pro forma procedure verlangd wordt die zo in te kleden dat de indiening plaatsvindt op een manier waarop de beoogde einddatum van de arbeidsovereenkomst zonder wettelijke blokkades kan worden behaald en voor wat betreft de vergoeding te verwijzen naar bijvoorbeeld de kantonrechter Rotterdam dan wel een aanvullende overeenkomst ter zake te sluiten.

Meer weten, of een maatwerk advies?  Neem contact op met arbeidsrecht advocaat Bert Lassche van  Lassche & Van Zutphen Advocaten.

blog_image:winwin_144247110755fa5cc3abe80.jpg:end_blog_image